PURE & ORIGINAL

Schilder je een deur, raam, kast of  wand, verwijder dan de schakelaars, knoppen, sluitingen en alle andere onderdelen die in de weg zitten. Ergens omheen schilderen is veel lastiger dan een paar schroeven los- en vastdraaien.

Bescherm meubels en vloeren met zeil of oude lakens.

Binnen en buiten geldt: nadat je beschadigingen hebt bijgewerkt het hele oppervlak grondig ontvetten en dof schuren voor een optimale hechting.

Tijdens het drogen krimpt plamuur. Grote beschadigingen kun je daarom het best 2 tot 3 keer plamuren voor een zo mooi mogelijk resultaat. Daarna droog naschuren in combinatie met een schuurkurk of vlakschuurmachine.

Voor een mooi eindresultaat is het verstandig om van te voren te controleren of je de wand moet voorbehandelen. Dit kun je doen door er met een natte kwast langs te strijken. Is deze binnen 5 minuten droog, dan is voorbehandelen niet nodig. Is dit al na 2 minuten, dan is het verstandig om eerst een primer te gebruiken. Zo voorkom je dat alle verf opgezogen wordt in de muur en je dus meerdere malen moet verven voor een mooi resultaat.

Werk je met meerdere kleuren of ben je aan de randjes toegekomen om te schilderen, gebruik dan schilderstape. Dat werkt stukken eenvoudiger en netter.

Trek het tape wel zo snel mogelijk weg. Zo voorkom je dat je verf lostrekt, omdat het dan nog eenvoudig te verwijderen is. Wil je het tape langer laten zitten, gebruik dan tape dat hier speciaal voor ontwikkeld is.

Mocht je een hele ruimte onder handen nemen, begin dan bij het plafond en schilder daarna de muren. Zodra de muren goed droog zijn, kan je deuren, ramen en kozijnen doen.

Kijk altijd eerst goed of de verfsoort past bij de ondergrond die je gaat verven. Dit geeft niet alleen een mooier resultaat, maar ook een langere levensduur.

Denk bijvoorbeeld waar je rekening mee moet houden bij binnen- en buitenverven:
–        Buiten: weersomstandigheden, beschermen tegen vocht, goede hechting.
–        Binnen: vochtige ruimten, intensief gebruik, slijtvast, krasbestendig, hardheid van de verf.

Er bestaand veel verschillende verfsoorten. Toch kun je deze grofweg in twee soorten verdelen, namelijk lakverven en muurverven.
Bij muurverf zegt de naam het eigenlijk al: het wordt gebruikt om muren en steenachtige materialen mee te verven. Lakverven daarentegen worden voornamelijk gebruikt voor het lakken van houtwerk.
Binnen deze twee soorten zijn weer tal van mogelijkheden om uit te kiezen. Denk bijvoorbeeld aan grond-, acryl-, alkyd-, epoxy- en lijnolieverven. Maar ook de keuze van afwerking: mat, zijdeglans of hoogglans.

Verf en lak zijn twee termen voor hetzelfde product. Het geeft een onderdeel kleur en een hechtende, beschermende laag. Als extra hulpje hieronder een korte omschrijving van een aantal voorbeelden:

Acrylverf
Deze verf bevat water als oplosmiddel, is milieuvriendelijk en slijtvast. Acrylverf verkleurd niet, in tegenstelling tot alkydverf. Let wel op met alcohol (wanneer je de ramen schoonmaakt het spiritus bijvoorbeeld). Daar is deze verf wel gevoelig voor. Uiteraard is deze verf enkel geschikt voor binnengebruik, omdat het gemaakt is op waterbasis.

Alkydverf
Deze verf is de meest gebruikte verfsoort in Nederland en heeft een bindmiddel van alkyd- of kunsthars. Omdat je deze verf (bijna) nooit hoeft te verdunnen, is hij direct klaar voor gebruik.
De hoeveelheid oplosmiddelen is inmiddels al met 50% teruggebracht. De ‘high solid’ verven bevatten meer oplosmiddelen en kunnen dikker worden aangebracht. Je verft daardoor sneller, maar hebt een langere droogtijd. Bij de ‘solid’ variant zijn de lagen dunner en kun je er wel dezelfde dag nog overheen schilderen.

Epoxyverf
Verf op thinnerbasis wordt niet veel gebruikt door particulieren en komt voornamelijk voor in spuitbussen. Door de snelle droogtijd is de verf moeilijk te verwerken. Na een uur kun je er de volgende laag al overheen schilderen. Deze verf is erg hard, dit is positief, maar daardoor wel gevoelig voor barsten.

Lijnolieverf
Deze verf is half glanzend, reukloos en langzaam drogend, maar wordt nauwelijks meer gebruikt. Het komt bijna alleen nog maar voor in combinatieverven, bijvoorbeeld met verf op thinnerbasis. Dit type verf is vrij van oplosmiddelen en daardoor natuurvriendelijk. Wanneer je dit product gebruikt, hoeft oude verf vooraf niet te worden verwijderd! Ook na verloop van tijd laat de verf niet los.

Afwerking
Mat, zijdeglans en hoogglans zijn kwalitatief gelijk, maar hebben ieder een eigen effect met bijbehorende voor- en nadelen.
–        Matte verven camoufleren het beste, brengen een warme sfeer met zich mee en zijn het minst glad. Ze stralen rust uit en verbergen oneffenheden.
–        Zijdeglans zorgt voor een lichte glans en is gemakkelijker af te wassen. Oneffenheden kun je wel iets beter zien.
–        Hoogglans verven kunnen goed schoongemaakt worden en zorgen voor een mooie reflectie van licht. Oneffenheden zijn hierdoor wel extra goed zichtbaar.
Lakverven: hoogglans en zijdeglans, tegenwoordig ook mat.
Muurverven: in principe mat, maar ook glanzende muurverven verkrijgbaar.
Grondverven en schoolbordverven: altijd mat.

Coatings
Deze term is een verzamelnaam voor verven, vernissen en beitsen en bescherming geven aan hout, kunststof en metaal.
–        Vernis: Blanke lak zonder vulmiddel of pigment.
–        Beits: Beschermd tegen rotting. Van oorsprong een transparant product, maar tegenwoordig ook dekkend. Geen voorbewerking met grondlaag nodig.

Effectenverf
Tegenwoordig zijn er steeds meer bijzondere soorten verven op de markt om een ruimte een speciaal effect te geven. Denk bijvoorbeeld aan glitterverf, metallic verf, 3D muurverf, verf met een hittesensor (verkleurd bij diverse temeraturen), magneetverf, schoolbordverf, kalkverf, structuurverf, fluoriscerende verf, tegelverf, primer (voor het verven van kunststoffen), radiatorlak en ga zo maar door.

Verf bestaat uit bindmiddelen, pigmenten, verdunningsmiddelen en vulmiddelen.
–        Bindmiddel bepaald: de glans, hardheid, elasticiteit, watervastheid en duurzaamheid van de verf. Het bindmiddel verschilt per soort verf. Dit is gedaan zodat de verf geschikt is voor de gebruikseigenschappen van het te schilderen oppervlak. (Een trap of de coating van de vloer bijvoorbeeld heeft een andere hardheid nodig dan de verf voor de kozijnen.)
–        Pigmenten bepalen: de kleur, dekkracht, lichtechtheid, porositeit en duurzaamheid van de verf. De dekkracht zorgt ervoor dat het product dat is geverfd overal dezelfde kleur heeft, zodat de kleur die eronder zit niet door de bovenste laag verf heen schijnt.
–        Verdunningsmiddelen zorgen voor: het behouden van vloeibaarheid tijdens het verven (de vervloeiing). Niet te dun en niet te dik. Maar verdunningsmiddel is slecht voor de gezondheid en het milieu. Op het etiket kun je lezen hoeveel oplosmiddel er in de verf is verwerkt.

In zijdeglans en matte lakken zit een matteringspasta in de verf. Bij grondverven wordt krijt gebruikt wat niet alleen een vullend vermogen heeft, maar ook goed schuurbaar is. Siccatief zorgt ervoor dat de verf opdroogt.

Naast een gereedschap dat geschikt is bij de soort verf, is het ook erg belangrijk dat het lekker in de hand ligt en dus niet te zwaar is. Het doel is om tot het eind nauwkeurig te werken. Dat lukt niet als de verwerking moeizaam verloopt.

Kwasten gebruik je voor precisiewerk en kleine oppervlakken. Met een kwast zet je de verf dikker aan.
–        Acrylverf: kwast van synthetische haren gecombineerd met varkenshaar (lichte of lichtbruine haren). Deze nemen geen vocht op, waardoor de kwast langer in vorm blijft. De haren zijn zachter, zodat de verf beter uitvloeit.
–        Alkydverf: kwast met wat stugger varkenshaar nodig (donkere haren). Deze kan beter tegen oplosmiddelen.
De vorm van de kwast is ook belangrijk. Voorbeelden:
–        Ronde kwast: grond- en aflakken op olie- of alkydbasis.
–        Platte kwast: beitsen of blanke lak.
–        Blokkwast: pasta’s of structuurverf.

Rollers gebruik je voor het verven van grotere oppervlakken, zoals een wand.
–        Acrylverf: roller met fluweelstructuur.
–        Alkydverf: witte schuimroller.
–        Vloeibare beitsen: microvezel beitsrol.

–        Gladde wand: normale vacht.
–        Wand met structuur: rol met lange haren.
–        Lakverf: mohair rolletje of fluwelen rolletje.
–        Narollen met een schuimrolletje.
Rollers zijn afgewerkt met vlakke en afgeronde kanten.
Rond: verven van gladde oppervlakken.
Vlak: hoekjes.
Mocht je niet kunnen kiezen, er zijn ook rollers met en vlakken en afgeronde kant.

Een spuit- of verfpistool gebruik je om de verfhoeveelheid exact te kunnen doseren. Daarnaast werkt het ook sneller. Het is wel verstandig om een verstelbaar spuitstuk erbij te gebruiken, zodat je in diverse posities kunt door blijven werken. Anders moet je het bijwerken met een kwast of roller, waardoor je verschillen kunt gaan zien.

Om pluisjes in je schilderwerk te voorkomen, kun je voor gebruik een stukje tape om de roller wikkelen. Een roller voor acrylverf kun je ook even onder lauwwarm water uitspoelen en uitwringen. Doe je dat bij een roller voor alkydverf, zorg dan dat deze weer helemaal droog is voor gebruik.

Zorg dat je gestructureerd aan het werk gaat. Werk in stroken, van de ene kant naar de andere kant. Start met de randjes. Verdeel daarna de eerste lag verf met de rol verticaal van boven naar beneden in een aantal stroken (tot waar je gebleven bent met de randjes). Vervolgens in horizontale richting overheen rollen. Daarna licht nastrijken. Ga zo door tot je het hele oppervlak gehad hebt.

Zorg dat de vlakken elkaar licht overlappen.

Ga je de volgende dag weer verder. Zet de kwasten en rollers dan in een potje water of terpentine (afhankelijk van soort verf). Niet langer dan een dag, anders heb je kans op kromme haren! In een zakje in de koelkast kan ook.
Ben je van plan na langere tijd weer verder te gaan. Knip dan de haren iets af en maak de spullen goed schoon en droog.
Een roller kun je even uitrollen over een krant en daarna uitspoelen en te drogen hangen (niet in de buurt van een warmtebron). Daarna in een zakje doen en goed afsluiten.

Laat al je borstels na het reinigen hangend drogen. Denk eraan dat verfrestanten, verdunner en lege verfblikken bij het klein chemisch afval horen!

Het verfwerk binnenshuis heeft een decoratieve functie. Over het algemeen hoeft deze weinig bijgewerkt te worden, afhankelijk van de intensiteit van het gebruik. Denk bijvoorbeeld aan vochtige ruimten, lichte kleuren, slijtage en plaatsen waar veel vuil of vet voorkomt.

Verfgebruik heeft meerdere doelen. In eerste instantie dient het natuurlijk als bescherming van oppervlakken, maar verf heeft ook in een ander opzicht meerdere functies.

Zo kunnen verven oppervlakken verfraaien en ergens extra aandacht op richten. Denk bijvoorbeeld aan de verschillende effecten die je er optisch mee kunt bereiken:
–        Groter: Je kunt een kamer groter doen lijken door te kiezen voor een enkele kleur die je op meerdere plekken in de kamer herhaald.
–        Door het plafond licht te houden oogt de ruimte hoger.
–        Verf je twee wanden tegenover elkaar in een lichte kleur, dan zorgt dit voor een breder effect.
–        Werken met banen of lijnen zorgt ook voor een optische verandering.
–        Wil je een ruimte verkleinen, omdat het plafond wel erg hoog is, of de ruimte heel diep, kies dan voor een donkere kleur op de achterwand of het plafond.
Daarnaast heb je ook te maken met de hoeveelheid licht en ligging van de ruimte ten opzichte van de zon.
–        Veel zon: Toepassen van koude tinten kan heel goed.
–        Weinig zon: Toepassen van warme kleuren geeft meer geborgenheid.

Kies een kleur die jou persoonlijk aanspreekt en de personen die samen met jou tijd in de ruimte doorbrengen. Kleur is namelijk van invloed op je gemoedstoestand en kan dus een bepaalde sfeer oproepen (chromotherapie).
Elke kleur heeft zijn eigen specifieke kenmerken, maar roept deze niet bij iedereen op. Verdiep je dus van te voren goed in elkaar en in het beoogde kleurgebruik.